AV Impala Drachten

14 October 2023

Impala bestaat op 14 december 2023 60 jaar!  Tijd om eens in ons archief te duiken om te kijken hoe deze atletiekbaan tot stand is gekomen. In het archief kwamen we nog een mooi fotoboek tegen, met een complete zwart-wit reportage over de eerste aanleg van de baan. Bestuurslid Willem deelt graag de mooie historie van Impala. En om alvast te noteren: het jubileumfeest is op zaterdag 16 december 2023. Veel leesplezier!

Impala is opgericht in 1963 door – om het maar simpel te zeggen – voornamelijk ‘import’ Drachtsters. Veel van de personen die bij de oprichting betrokken waren, waren als werknemer van Philips in Drachten terecht gekomen. Enkele daarvan hadden op andere plaatsen al hun sporen in de atletiek verdiend. De eerste trainer van impala was bijvoorbeeld Gerda van der Kade-Koudijs. Zij maakte deel uit van de 4×100 meter estafetteploeg die goud won op de olympische spelen in London (1948). In de beginjaren was er geen atletiekbaan waarover Impala kon beschikken. Er was wel iets wat er op leek. In de eerste jaren vonden de trainingen plaats op de paardenrenbaan. Die baan is er inmiddels niet meer. Hier staan nu appartementen op, aan de mevrouw de Rooweg nabij het Kiryat-Ono plein. Die baan was 773 meter(!) lang en was begroeid met gras. Ik ben er niet bij geweest, maar het lijkt me lastig lopen op zo’n door paardenhoeven omgeploegde baan. En, oh ja, ’s winters fungeerde het binnenterrein als ijsbaan. Dat had grote invloed op de stevigheid van de zode en de ondergrond. Als je wilde kogelstoten of discuswerpen was het vooral in het begin van het seizoen handig om ook een schep mee te nemen. De kogels en discussen schoten door de doordrenkte bodem met gemak zo’n 20 cm door de zode heen, zodat een schep heel handig was om het stuk ijzer weer bovengronds te krijgen.

In 1967 was de gemeente er wel van overtuigd dat Impala een blijvertje zou zijn. Er werd ons een plaatsje toegewezen op het nieuw aan te leggen sportpark bij de sporthal aan de Sportlaan. Daarvan konden de kleedkamers ook door de atleten gebruikt worden. Die sporthal is al lang afgebroken, maar de baan ligt nog steeds op dezelfde plek. De baan die in 1967 werd opgeleverd was gewoon van gras. Net zoals bij een voetbalveld werden de zes lanen van de baan er met zo’n ‘krijtkarretje’ op getrokken. Voor een wedstrijd was het ‘kalken’ geblazen. Maar gelukkig, ’t was een begin. Met z’n lengte van 400 meter leek het op een echte atletiekbaan. Voorts kregen we van de gemeente meteen de toezegging dat de baan op korte termijn van een andere toplaag zou worden voorzien.

In de jaren 60 betekende dat altijd dat er een sintelbaan zou worden aangelegd. Alle atletiekbanen in Nederland waren destijds sintelbanen. Voor wie niet weet wat een sintelbaan is (zijn die banen er nog?), dat was een baan waarbij het oppervlak uit een dikke laag gewalste fijngemalen kolenslakken bestond. Het was enigszins verend en met spikes van 12 of 16 mm had je behoorlijk grip bij het lopen. Voor onderdelen waarbij je moest afzetten was het minder geschikt. Een wedstrijd liet vaak diepe ‘remsporen’ na. Het herstel daarvan was echter eenvoudig, even de handwals erover en we konden weer verder. Nadeel van een sintelbaan was ook dat die erg weergevoelig was. Bij droog weer was het erg stoffig en bij regen werd het een enorme smeerboel. In het clubhuis is nog een mooie foto te zien waarop onze vliegende huisvrouw Fanny Blankers-Koen in 1948 behoorlijk besmeurd over de finish komt. Bij de Olympische spelen in Rome (1960) en Tokyo (1964) werd nog op dit soort banen gelopen. In 1968 was er in Mexico echter wat nieuws te zien: een supersnelle baan met een kunststof bovenlaag. De kunststof atletiekbaan was geboren! Bij de aanleg van ons nationaal sportcentrum Papendal werd meteen op die ontwikkeling ingespeeld; de eerste volkunststof atletiekbaan (‘Tartanbaan’) van Nederland kwam daar terecht. Een volkunststof baan is een baan met een bovenlaag bestaande uit rubbergranulaat (een mooi woord voor gemalen oude autobanden) en elastisch kunsthars, dat het allemaal aan elkaar vastplakt. Die baan in Papendal was natuurlijk mooi voor het selecte groepje nationale toppers dat daar mocht trainen, maar de huis- tuin- en keukenatleet uit de provincie had daar niks aan. Vooral omdat in de beginjaren in Papendal alleen een trainingscentrum was en er dus geen wedstrijden werden georganiseerd. Toch was deze ontwikkeling bij de Drachtster gemeentebestuurders niet onopgemerkt gebleven. Ingefluisterd door de gemeentesecretaris Peter Nauta (die toevallig zelf ook lid was van Impala!) werd onderzocht of zo’n soort baan ook in Drachten kon worden aangelegd. Zo’n hypermoderne, flitsende atletiekbaan was natuurlijk ook een unieke mogelijkheid om je als ‘sportstad’ in Nederland te profileren, het zou natuurlijk bijdragen aan de naamsbekendheid van Drachten.

Dus werden de mogelijkheden van een kunststof baan onderzocht. Het antwoord kwam al heel snel; zo’n tartanbaan als in Papendal kon niet. Veel te duur!!! Er was echter net een Duits alternatief op de markt gekomen: de Rubkor baan. Daar was nog geen ervaring mee, echter, met een beetje passen en meten (d.w.z. beknibbelen op het oppervlak van de aanlopen voor de springnummers) kon binnen het beschikbare budget van 400.000 gulden er net een 6 laans-atletiekbaan mee worden aangelegd. Na het nodige gehakketak over en weer tussen de besturen van de gemeente en onze vereniging werd uiteindelijk in 1969 door de gemeenteraad het fiat voor de aanleg van de tweede kunststofbaan van Nederland gegeven. De vlag kon uit!

Valse start
In de zomer van 1970 werd begonnen met de aanleg van de baan. Op een zand- en puinbed werd een asfaltlaag aangebracht. Daar bovenop werd de Rubkor toplaan van 3 cm dik aangebracht. Bovendien werd de baan voorzien van een materiaalhok, een jurygebouw en een overkapping voor de toeschouwers. De huidige overkapping bij de baan is weliswaar iets verlaagd, maar dateert nog uit deze periode.
Wat was dat eigenlijk, dat Rubkor? Helemaal duidelijk is het nooit geworden. Wat wel snel duidelijk was, was dat het voornamelijk uit drie bestanddelen bestond. Ten eerste was daar weer het bekende rubbergranulaat, dat voor de vering moest zorgen. Daarnaast was er ook fijne steenslag in verwerkt. Het hele zaakje werd bijeengehouden door bitumen. Hetzelfde goedje dat asfalt z’n zwarte kleur bezorgt. De baan was dan ook gewoon zwart. Helaas is bitumen wat minder taai dan de kunsthars die bij echte (oranje) volkunststofbanen wordt gebruikt. En daarnaast is bitumen ook veel temperatuurgevoeliger. Daarover later meer.
Grote wedstrijden
De aanleg van de nieuwe baan was ook de bestuurders van de KNAU niet ontgaan. Die waren natuurlijk erg blij met deze ontwikkeling. Ze zagen het als een impuls voor de atletieksport. Als beloning voor zoveel vernieuwing werd aan Impala op 3 en 4 juli 1971 de organisatie van de Nederlandse Senioren Atletiekkampioenschappen toegewezen. Dat was wel even slikken voor onze club die nog geen 100 leden had. Zo organiseer je alleen clubkampioenschapjes en een jaar later heb je de hoofdprijs van de Nederlandse wedstrijden te pakken! Met inzet van alle leden werd de organisatie van de wedstrijd een groot succes. Voor de deelnemers was er een wedstrijdcamping op het nabijgelegen honkbalveld. De top juryleden en andere hotemetoten die bij zo’n wedstrijd nodig zijn, werden uiteraard bij omliggende verenigingen ‘geleend’.
De organisatie op zich was dan wel een succes, maar hoe hield die nieuwe baan van ons zich? Nou… dat viel toch wel een beetje tegen. Uitgerekend in het weekend waarop onze nationale toppers over de baan snelden was het bloedheet. Het gevolg was dat de baan zacht werd, veel te zacht. Ook woorden als ‘plakkerig’ en ‘traag’ vielen. Er sneuvelden geen nationale records waar we zo op hadden gehoopt. Er waren zelfs atleten die met enige zwarte sporen op hun knieën de startblokken verlieten. Zoals we inmiddels weten kan asfalt door hoge temperaturen smelten en Rubkor dus ook, nog beter zelfs! Wat ook niet meegeholpen zal hebben, was dat enkele atleten met 12 mm spikes, die normaal voor sintelbanen werden gebruikt, het strijdtoneel betraden. 6 mm was toch echt het maximum! Als je met die enorme punten onder je spikes te lang stilstond, zakte je helemaal in de baan weg. Bovendien beschadigde je op die manier ook het oppervlak van de baan.

Eén jaar later kreeg Impala weer een grote internationale wedstrijd toegewezen. De interland tussen Groot-Brittannië, Tsjecho-Slowakije en Nederland. Het werd weer een organisatorisch hoogstandje, maar weer was er het bekende probleem: het was de warmste dag van het jaar. Gelukkig bracht onze brandweer uitkomst: een uur voor de wedstrijd werd er driftig gespoten om de baan te koelen. Dat hielp gelukkig wel even, maar aan het eind van de middag was de piste toch weer boterzacht!

Geen succes
Het zal duidelijk zijn: die nieuwe baan van ons was niet echt een succes. Bovendien duurde het maar een jaar of 2 voordat een ander probleem zich openbaarde. Onder invloed van temperatuur-schommelingen en UV straling begon het oppervlak te verbrokkelen. De steenslag en het granulaat kwamen uit de laag naar boven en vormden een rulle bovenlaag op de baan. Alle grip ging daardoor verloren. De afzetplaatsen bij het hoogspringen werden afgedekt losse rubberen stalmatten die door Enerka Dunlop ter beschikking werden gesteld. Het vegen van de binnenbaan begon al snel een vast ritueel te worden voordat er getraind kon worden. Al na een paar jaar kon er geen fatsoenlijke wedstrijd meer worden georganiseerd. De problemen met onze baan waren natuurlijk ook bij andere clubs bekend. Het laat zich raden dat er in Nederland maar één Rubkorbaan is aangelegd.
Na een jaar of vijf werd het daarom toch eens tijd om met de Duitse leverancier van dit spul aan te spreken. Dat was vergeefse moeite. U raadt het al: die was inmiddels failliet. De oorzaak daarvan was ons inmiddels wel duidelijk… Ook werd bij de gemeente de vraag neergelegd of er niet een betere soort kunststof op onze baan kon worden aangebracht. Tsja… De gemeente zag ons komen. De baan was nog lang niet afgeschreven, dus we waren nog lang niet aan de beurt.
Voor Impala zat er niks anders op dan nog een jaar of vijf aanmodderen met deze totale mislukking. Omdat de het geld bij de gemeente dus niet onbeperkt voor handen was duurde het nog tot 1981 voordat het probleem grond kon worden aangepakt.
In de gemeentebegroting werd nog net een beetje ruimte gevonden voor de renovatie van de baan. Uiteraard moest het wel voor een prikkie! De gedachte was dan ook eenvoudig: oude Rubkorlaag er afschrapen (de helft was inmiddels toch al verdwenen) een echte kunststoflaag er op, een fris oranje/rood verfje er op, gevolgd door nieuwe witte strepen… klaar is Kees!

Voorjaar 1981 werd dan ook vol goede moed begonnen met het verwijderen van de oude rubkorlaag. Dat was snel geregeld! Maar wat de aannemer daaronder aantrof was niet om vrolijk van te worden. De onderlaag bevatte een behoorlijk aantal scheuren en was bovendien door verzakkingen niet zo vlak, als de KNAU het graag ziet. De aannemer staakte dan ook de werkzaamheden, hij kon de kwaliteit van de nieuwe laag op de voorgestelde manier niet garanderen. Er was wel een oplossing voorhanden, het aanbrengen van een extra asfaltlaag van ongeveer een decimeter dik. Maar dat kost extra geld en dat paste uiteraard niet binnen het bij de gemeente beschikbare budget. Na wederom een zomer lang hakketakken met de gemeente, werd uiteindelijk toch door de gemeenteraad besloten er nog een tonnetje extra tegenaan te gooien. Zo kon uiteindelijk in oktober van dat jaar toch nog de renovatie van onze baan worden afgerond.

Uiteindelijk kwam het dus toch nog goed, of…
Toch niet helemaal dus! Er kleefden nogal wat bezwaren aan de tweede versie van deze baan. Het eerste probleem dat zich voordeed was dat de afronding van de aanleg pas in oktober van het jaar had plaatsgevonden. Eigenlijk veel te laat in het seizoen. Dan is het zelden een langere periode droog. De nieuw aangelegde asfaltlaag was te vochtig geworden, waardoor de nieuw aangebrachte kunststoflaag niet voldoende op de ondergrond hechtte. Gevolg was dat er het volgende jaar de nodige ‘blazen’ in het kunststof ontstonden, waardoor het oppervlak omhoog kwam. Gelukkig konden die losse plekken het volgende jaar met het nodige knip en plakwerk alsnog worden vastgeplakt, zodat we in ieder geval over een vlakke baan beschikten.Een probleem dat bleef zolang de tweede versie van de baan er lag, was de hoogte van de baan ten opzichte van het maaiveld. Door die extra decimeter asfalt stak de baan een behoorlijk stuk boven het binnenterrein uit. Het was zaak om goed koers te houden, want een stap over de binnenstreep werd onmiddellijk bestraft met een afzwaaier naar het middenterrein of een verstuikte enkel. Ik vermoed dat de tweede versie van onze baan de plaatselijk fysiotherapeuten het nodige extra werk heeft bezorgd.
Hoe liep het af
De tweede versie van de baan hield het uit tot 1998. Privatisering van de sportaccommodaties kwam toen in de mode. Ook Impala kon niet aan die ontwikkeling ontsnappen, zodat onze club (of beter gezegd een daarvoor speciaal opgerichte stichting) eigenaar werd van de volledige accommodatie. Voordat de overdracht van de baan plaatsvond, werd deze door de gemeente geheel gerenoveerd en omgebouwd tot de baan zoals we die nu kennen. Voor het eerst voldeed onze accommodatie aan de eisen die daar tegenwoordig aan gesteld worden, met onder andere twee volwaardige hoogspringaanlopen en een speeraanloop op het binnenterrein.
Tot zover het bijzondere verhaal over moeizame totstandkoming van de atletiekbaan waar we tot op de dag van vandaag nog steeds gebruik van maken. Ook op onze accommodatie was ‘de wet op de remmende voorsprong’ overduidelijk van toepassing.
Sponsors